Gelukkig, moeder is dit keer thuis. Eva en ik waren al eerder langs geweest. Het gezin woont in een van de arme wijken van Juigalpa, op een half uur lopen vanaf het gemeenschapshuis. De reden dat we graag langs wilden gaan was dat we gehoord hadden dat dit gezin bestond uit een weduwe met in ieder geval drie kinderen die een beperking hebben. Ook hadden we gehoord dat de dochter misbruikt zou zijn door een buurman. En dat er sprake was van verwaarlozing van de kinderen. We wilden dus graag snel kijken of onze Fundación iets voor dit gezin zou kunnen betekenen.
Het gezin blijkt uit elf kinderen te bestaan. Fatima is de jongste. Vijf wonen nog thuis maar zijn overdag weg. De moeder werkt onregelmatig. Ze wast en strijkt bij andere mensen thuis. Dat komt hier nog veel voor, maar levert maar weinig geld op. Het is zeker geen vetpot. En het huis is ook klein voor zoveel huisgenoten.
Fatima gaat naar de speciale school als het busje rijdt, wat geregeld niet gebeurt. En na schooltijd en in de vakantie is ze met haar andere broers met een beperking thuis. Want zegt moeder: ze moeten op het huis passen in verband met ‘dieven’. Als ze ons de broers voorstelt, blijkt dat moeder geen realistisch beeld heeft van de mogelijkheden van Abelardo en Miguel. In onze ogen zullen zij eerder gevaar lopen dan dat ze gevaar kunnen voorkomen…
Fatima, Abelardo en Miguel Antonio
Fatima van 18 jaar heeft het syndroom van Down. De eerste indruk is dat ze weinig begrijpt en nauwelijks praat, maar makkelijk naar je toe komt om contact te maken. Abelardo, een wat oudere broer kan zich ook moeilijk uiten maar toont een grotere mate van zelfstandig gedrag. Hij blijkt vroeger de krant te hebben verkocht op straat (zie bijgaande foto die een tijdje op de startpagina van onze website stond). Hij is daar op een gegeven moment mee op gehouden omdat hij te veel werd lastig gevallen op straat. Het kwam ook voor dat mensen van slechte wil hem zijn verdiende geld afhandig maakte.
Dan is er nog Miguel Antonio, die volgens zeggen redelijk zelfstandig heeft kunnen functioneren, maar die, wie weet door welke omstandigheden en ervaringen, al jaren als een vogeltje ineengedoken zit, afgezonderd in de keuken, die bestaat uit drie houten schotten in de tuin. Als ik met een zekere voorzichtigheid naar hem toeloop en hem aanspreek om hem een hand te geven, reageert hij en geeft me zijn hand!
Niets aan de hand
We proberen natuurlijk een zeker vertrouwen bij moeder te winnen. Zodat we ook wat door kunnen vragen, maar moeder houdt ons op afstand. Nee, alles gaat prima… Abelardo en Miguel komen in principe de deur niet uit want anders zouden ze lastig gevallen kunnen worden in de buurt waar ze wonen! En dan te bedenken dat volgens een van de broers een andere oudere broer wel eens alcohol aan Abelardo geeft als hij zelf aan het drinken is…
Moeder is nog wel bereid, als Eva haar haalt, een keer te komen kijken naar wat de activiteitenclub voorstelt en is zelf geïnteresseerd piñatas te leren maken, maar veel verder komen we niet. Ook niet na het bezoek dat zij ons inderdaad brengt. Aangezien we geen ijzer met handen kunnen breken besluiten we voor het moment verder geen actie naar dit gezin toe te ondernemen.
Wonderen zijn de wereld niet uit
En dan komt onze huisbaas met een timmerman in ons gemeenschapshuis voor kleine reparatiewerkzaamheden. De timmerman kent het gezin en heeft Miguel Antonio in zijn betere tijd bepaalde vaardigheden geleerd. Hij heeft goed contact met moeder en is zeer gemotiveerd mee te werken zodat Miguel Antonio in ieder geval twee keer per week deel gaat nemen in de activiteitenclub. Hij heeft ook een auto en hij zegt toe Miguel Antonio te kunnen brengen en halen. Is dit toeval? Het lijkt haast te mooi om waar te zijn.
We gaan het merken de volgende week. Maar duidelijk is, dat we alleen samen een verschil kunnen maken!
Astrid Delleman i.s.m. Stichting Vivir Juntos